Blow blow thou winter wind

Componist: John Rutter

Blow, blow, thou winter wind,
thou art not so unkind
as man's ingratitude;
thy tooth is not so keen,
because thou art not seen,
although thy breath be rude.

Heigh-ho! Sing heigh-ho!
unto the green holly:
most friendship is feigning,
most loving mere folly:
then, heigh-ho, the holly!
this life is most jolly.

Freeze, freeze, thou bitter sky,
thou dost not bite so nigh
as benefits forgot:
though thou the waters warp,
thy sting is not so sharp
as friend remember'd not.

(chorus)

Blaas, blaas, gij winterwind!
Gij zijt niet valsch gezind,
als menschenondank is;
en daar men nooit u ziet,
zijt gij zoo schrikk'lijk niet,
schoon zonder deerenis.

Hoezee, roept hoezee
voor het groen van de bomen!
Vaak vriendschap is veinzen,
vaak liefde maar droomen;
dus hoezee voor de boomen,
en dart'lende stroomen!

Snijd, lucht, maak ijs en rijm;
hoe fel uw tand ook vlijm',
vergeten weldaĆ¢n meer!
Schoon gij de stroomen remt,
niets, dat het bloed zoo stremt,
als vriendschaps ommekeer!

(refrein)

Vertaling: L.A.J. Burgersdijk

MENU

Qui-Vive koor Waregem